Nieuwe berekening raming wettelijk pensioen in de 80%-grens Individuele Pensioen Toezegging (IPT) in 2022

De 80 %-grens bepaalt het maximaal extra-wettelijke pensioenkapitaal dat een vennootschap via de storting van fiscaal aftrekbare premies in een IPT-verzekering kan opbouwen. Bij de bepaling van dit maximaal pensioenkapitaal dient het geraamde wettelijke pensioen in rekening te worden gebracht. Deze raming is dan ook een parameter binnen de 80%-formule.

De berekeningsmethode van deze parameter werd recent grondig aangepast.

Wat verandert er precies en wat is de aanleiding?

Voor bedrijfsleiders met zelfstandig statuut heeft de fiscale administratie vele jaren geleden een berekeningsregel aangereikt die vastlegt dat het wettelijk pensioen forfaitair geraamd mag worden op 25 % van de brutojaarbezoldiging, weliswaar met toepassing van een minimum- en een maximumplafond. Deze berekening werd ook ieder jaar (via een administratieve circulaire) herbevestigd.

Via een circulaire die begin april werd gepubliceerd schuift de fiscale administratie deze berekeningsregel aan de kant en vervangt hem door een nieuwe berekeningsmethode.

In het kort samengevat (en op basis van de actuele inhoud van de circulaire) , gaat het om een proportionele berekeningsmethode waarbij er een onderscheid wordt gemaakt in functie van wanneer de loopbaanjaren werden gepresteerd (vóór of vanaf 2021), en het sociaal statuut waarin de loopbaanjaren werden gepresteerd:

• Voor de loopbaanjaren gepresteerd als zelfstandige vóór 2021 mag het wettelijk pensioen nog steeds geraamd worden op 25% van de brutojaarbezoldiging van 2020, met dien verstande dat de brutobezoldiging waarop de 25% moet worden toegepast, steeds de brutobezoldiging van het jaar 2020 moet zijn. Ook voor 80%-berekeningen die dit jaar ( en de volgende jaren) gebeuren
• Voor de loopbaanjaren gepresteerd als zelfstandig (bedrijfsleider) vanaf 2021, én de loopbaanjaren gepresteerd vóór 2021 als werknemer, moet het wettelijk pensioen geraamd worden op 50% van de brutojaarbezoldiging van het jaar waarin de 80%-grens wordt berekend. Net zoals dit vandaag reeds het geval is voor de werknemers

De concrete aanleiding voor deze fiscale aanpassing is een wijziging in de pensioenwetgeving. Deze wijziging bepaalt dat de vanaf 2021 als zelfstandige (bedrijfsleider) gepresteerde pensioenvestigende activiteitsjaren evenveel aan het wettelijk pensioen bijdragen als indien deze jaren gepresteerd zouden zijn in het sociaal statuut van werknemer.

Deze wijziging zal er op termijn voor zorgen dat de pensioenen van werknemers en zelfstandigen nog meer naar elkaar toe groeien.

Toepassingsgebied en impact

De circulaire heeft enkel betrekking op de 80%-grens voor de pensioentoezeggingen aan zelfstandige bedrijfsleiders (IPT en groepsverzekering zelfstandige bedrijfsleiders). De 80%-grens voor de POZ is dus niet geïmpacteerd.

Hij heeft zowel betrekking op de 80%-berekening van bestaande contracten als van nieuwe contracten.

Retroactieve inwerkingtreding van de circulaire

De nieuwe methode voor de berekening van het geraamde wettelijk pensioen is van toepassing vanaf aanslagjaar 2022 (= inkomstenjaar 2021). Dit houdt concreet in voor alle 80%-berekeningen sinds 1/1/2021 de parameter “wettelijk pensioen” op basis van de nieuwe berekeningsmethode dient te worden berekend.

KANTOOR LAUREYS zal hierover proactief al haar klanten informeren over de mogelijke impact en aanpassing van hun contract. Onze klanten dienen hiervoor dus zelf niets te ondernemen.

Wenst u meer info, dan kan u hierover onze weg.wijzer 2e pijler contacteren via davy@kantoorlaureys.be